De tenniselleboog

Aan de buitenkant van de elleboog, ter hoogte van de laterale epicondyl (botsuitsteeksel), hechten zich pezen die de pols en hand doen strekken (extensor pezen).

Een tenniselleboog wordt het vaakst gezien bij personen van middelbare leeftijd (45-65 jaar oud),  even vaak bij mannen als bij vrouwen. Na de leeftijd van 65 jaar komt de ziekte zelden meer voor.

Een tennis elleboog onstaat bij personenen die repetitief en krachtig grijpen op het werk of bij recreatieve activiteiten (bij back-hand tennis), en wordt verwezen naar overbelastingsblessures. De wijze waarop de aandoening precies onstaat is niet bekend, maar er zijn zogenaamde degeneratieve veranderingen (slijtage) in de oorsprong van de pezen die de pols- en hand strekken. De betrokken pijnmechanismen zijn niet wetenschappelijk opgehelderd.

Symptomen

  • Pijn in rust en/of na een belasting
  • Bij een tenniselleboog is de pijn aan de buitenkant van de elleboog, bij het strekken van de pols/hand tegen weerstand (bv wringbewegingen) of bij het opnemen en grijpen van voorwerpen (bv koffer optillen)
  • Krachtvermindering
  • Stijfheid in de elleboog
  • Nachtelijke pijn

Onderzoek en diagnose

De arts zal vragen stellen over de klachten en een uitwendig onderzoek uitvoeren.  Om de diagnose te bevestigen zal er een echografie voorgeschreven worden.  Soms wordt er een röntgenfoto uitgevoerd om een andere oorzaak van de klachten uit te sluiten. In geval van twijfel zal en MRI doorslag geven.

Behandeling

Conservatieve behandeling (zonder operatie)

In de meeste gevallen gaat de pijn bij een tenniselleboog vanzelf over (90% van de patienten heeft geen pijn meer 1 jaar na het begin van de symptomen).

De behandeling van een tenniselleboog is dan ook meestal zonder operatie.  

De eerstelijnsbehandeling bestaat uit:

  • Pijnmedicatie en ontstekingsremmers
  • Relatieve rust (vermijden van uitlokkende bewegingen)
  • Ergonomische aanpassingen (bv op het werk)
  • Kinesitherapie, met aandacht voor dagelijkse stretching en spierversterkende oefeningen

Indien geen gewenste beterschap:

  • Een brace; tijdelijk een polsbrace of elleboogbrace, vooral om alsnog fysiek werk te kunnen leveren
  • Injectie met cortisone (wordt meer en meer verlaten omwille van zijn kortdurende werking en is nefast op langere termijn)
  • Injectie met PRP (Platelet-Rich Plasma).Een vrij recente behandeling waarbij (eigen) plaatjes-rijk bloed in de pees wordt geïnjecteerd om de genezing te stimuleren.

Operatieve behandeling

Er wordt gekozen voor een operatieve ingreep als de conservatieve behandeling (6 -12 maanden) faalt en de pijn aanwezig blijft.

Via een kijkoperatie (artroscopie) of open chirurgische ingreep, zal de arts het pees van minder goede kwaliteit ter hoogte van de aanhechtingsplaats van de pees verwijderen. Dezelfde dag kan men het ziekenhuis verlaten.

Complicaties

Complicaties zijn mogelijk na iedere operatie, gelukkig blijven ze eerder zeldzaam. De meest voorkomende verwikkelingen zijn nabloeding, infectie, zwelling ter hoogte van de elleboog, tijdelijke vermindering van de grijpkracht en voosheid in de zone rond het litteken.

De operatieve behandeling is succesvol in ongeveer 80 procent van de gevallen. 

Revalidatie en herstel

  • Pijnmedicatie
  • Verband rond de elleboog gedurende 14 dagen
  • Schouders en vingers regelmatig bewegen
  • Na 14 dagen mag er gestart worden met kinesitherapie
  • Volledige belasting is toegestaan na 6 weken

De volledige genezing en revalidatie kan drie tot zes maanden duren.

Meer informatie?

Hebt u nood aan een diagnose? Contacteer ons voor een consultatie door een specialist in elleboogaandoeningen.