Sleutelbeenbreuk Clavicle image1

Het sleutelbeen (clavicula) vormt de verbinding tussen het schouderblad en het borstbeen en speelt een grote rol in de beweeglijkheid van de arm. Het is een lang en dun bot waarvan het grootste deel enkel bedekt is door de huid en dus goed voelbaar is.  Onder het sleutelbeen liggen belangrijke zenuwen en bloedvaten die naar de arm toelopen.

Een sleutelbeenbreuk is één van de meest voorkomende botbreuken.  In de meeste gevallen wordt het veroorzaakt door een val op de schouder of op de uitgestrekte arm.  Sportbeoefenaars zoals wielrenners, ruiters en contactsporters lopen daardoor meer risico. Ook verkeersongevallen zijn vaak de oorzaak van een gebroken sleutelbeen.

Er zijn drie soorten sleutelbeenfracturen; mediaal (binnenkant), lateraal (buitenkant) en in het middengedeelte van het bot (meest voorkomende).

Echter, fracturen met meerdere letsels en verplaatsingen kunnen ook voorkomen.

Bij kinderen gaat het vaak om een twijgbreuk; de breuk is beperkt tot het bot zelf en het beenvlies rond het bot is nog intact.

Symptomen

  • Pijn in de schouder en ter hoogte van het sleutelbeen. Pijn vermindert bij het ondersteunen van de arm
  • Zwelling en blauwe plek (ecchymose) ter hoogte van het sleutelbeen
  • Beperkte beweging van de schouder (mede door de pijn)
  • Krakend of schurend geluid bij beweging van de arm.
  • Afhangende schouder
  • Een uitstekend bot; het bot duwt tegen de huid aan (dit hoeft niet te betekenen dat het door de huid boort)
  • Heel soms voosheid

Onderzoek en diagnose

De arts zal vragen stellen over het verloop van het ongeval en een lichamelijk onderzoek uitvoeren.  Door de makkelijke ligging van het bot, zal de arts meestal met zekerheid kunnen vaststellen of het sleutelbeen gebroken is.

Een röntgenfoto is ook noodzakelijk om de omvang en het soort breuk vast te stellen.  De arts zal nagaan of een bloedvat of zenuw geraakt is.

Behandeling

De behandeling hangt af van de ernst van de breuk.

Conservatieve behandeling (zonder operatie)

In de meeste gevallen, ook bij kinderen, is een sleutelbeenfractuur een gemakkelijk genezende botbreuk en is dus geen operatie nodig.

  • Pijnmedicatie
  • Rust
  • IJsapplicatie
  • Ondersteuning van de arm, met een draagdoek (mitella) of een cijfer 8-verband (strak verband rond de schouderzone), gedurende 3 tot 5 weken
  • Wanneer de pijn vermindert en de arts het toelaat moeten draaioefeningen uitgevoerd worden om stijfheid te voorkomen
  • Na 4 tot 6 weken dient de arm weer goed bewogen te kunnen worden

Tijdens het genezingsproces, en daarna, kan er een verdikking gevoeld worden op de plaats van de breuk.  Ook kan het bot korter zijn. Beide gevallen zullen geen invloed hebben op de functie van de schouder.  Soms geneest de breuk niet en ontstaat er een pseudartrose (vals gewricht).  Een operatie wordt aangeraden als deze te veel pijn veroorzaakt.

Operatieve behandeling

In sommige gevallen moet de breuk geopereerd worden, zoals:

  • Wanneer een botstuk door de huid gaat (open fractuur)
  • Bij ingewikkelde breuken of bij aanzienlijke verplaatsing van de botstukken.
  • Wanneer een sneller herstel nodig is omwille van professionele redenen (bv. topsporters)
  • Wanneer een sleutelbeenbreuk niet vanzelf geneest (pseudartrose)

De operatie verloopt onder algemene verdoving.  De fractuur kan hersteld worden door de breuk te fixeren met een metalen plaat en schroeven of door het plaatsen van een pin in het mergkanaal van het bot.

Na de operatie wordt de arm ondersteund door een draagdoek en kan men de dag nadien naar huis. Lichte bewegingen worden meteen toegelaten.  Het dragen van zware gewichten en het uitoefenen van sport worden afgeraden tot een volledige heling van de breuk.

Complicaties

Complicaties zijn mogelijk na iedere operatie, gelukkig blijven ze eerder zeldzaam. De meest voorkomende verwikkelingen zijn problemen met de verdoving, een infectie, wondproblemen, frozen shoulder en schade aan de zenuw.  Het resultaat van de schouderoperatie hangt ook af van de leeftijd, de levensstijl, de algemene gezondheid van de patiënt en de revalidatie.

Meer informatie?

Hebt u nood aan een diagnose? Contacteer ons voor een consultatie door een specialist in schouderaandoeningen?